Dat was één van de reacties op mijn laatste blog. ‘Dat was ook de bedoeling’, was mijn reactie. Nou ja, natuurlijk niet dat ik graag heb dat anderen me als onsympathiek ervaren. Maar de blog was bedoeld om eerlijk te laten zien dat ik niet altijd aardig ben. En dat ik me ook soms heel druk maak om onbenulligheden en dan uit mijn slof kan schieten. Meestal besef ik gelukkig snel dat het onzin is om me zo op te winden. En als ik dan zoals afgelopen week ook nog naar ‘Je zal het maar hebben’ kijk op tv, realiseer ik me helemaal weer wat voor geluksvogel ik ben. Dan lijken alle zaken waar ik over mopper echt triviaal, niet van belang en te onzinnig voor woorden.
Zo ook gisteren. Anton, een jongen van 16 jaar, heeft een storing in het afweersysteem. Zijn lichaam bouwt geen geheugen op waardoor ieder klein griepje of andere bacterie hem fataal kan worden. Zijn lichaam zal het niet langer dan 10 jaar volhouden zo. Het enige dat hem kan redden is een chemokuur en beenmergtransplantatie. Een ingreep die hem het leven kan kosten. Anton is bang, maar beseft niet anders te kunnen. Het is een keuze uit twee kwade; kans op doodgaan bij de ingreep of binnen nu en tien jaar doodgaan als hij niks doet. Een seconde later zien we hem met een brede grijns een broodje kip eten bij KFC. Nu kan het nog! Diep geluksgevoel bij het eten van een broodje. Met kippenvel kijk ik ernaar.
Toch kan ik mezelf het volgende moment alweer betrappen op gevoelens van irritatie bij een kleine tegenslag. Zo wilde ik vandaag het internet activeren op mijn laptop bij mijn vriend. Dat wat bij de telefoon niet zo soepel liep. En ja hoor, ook het internet op mijn laptop is weer niet aan de praat te krijgen. Binnen een paar seconden voel ik de frustratie weer oplopen. ‘Het is toch niet te geloven… wat een gedoe met dat internet!’.
Ik kan het dit keer gelukkig snel loslaten en er grapjes om maken. ‘Nee, geen scene die keer, knap hè ;-)’. Misschien komt dit wel mede door het programma van gisteren. ‘Wat maak ik me toch druk om zo iets doms als internet op de pc. Gewoon Ziggo nog maar eens bellen om het voor eens en altijd op te komen lossen. Je zult die Anton van gisteren maar zijn.’, is wat er door mijn hoofd schiet.
In het programma volgden ze Anton tot na de chemokuur en transplantatie. De presentator had voor de ingreep tweeledig afscheid genomen. ‘Of dit is ons afscheid, of we spreken af dat je er goed doorheen komt en dat we elkaar gewoon daarna weer zien’. Natuurlijk koos Anton voor de tweede optie. Niet wetende op dat moment dat het echt kantje boord zou worden; 6 weken ziekenhuis werden 4 maanden. Het scheelde niet veel of Anton had het niet overleefd. En nu lag hij, nog altijd doodziek, thuis in de woonkamer in een bed. Maar weer met een dikke glimlach, want hij had het gehaald!
De bewondering blijft als ik luister en kijk naar medemensen die geleerd hebben het beste uit het leven te halen. Vaak juist doordat ze beperkt zijn in hun doen en laten of duidelijk anders zijn dan anderen. Tegenslag en imperfectie heeft ze geleerd niet bij de pakken neer te gaan zitten en tevreden te zijn. Ja niet altijd natuurlijk. Wie is dat wel? Maar de boventoon wordt gevoerd door dankbaarheid voor het leven, voor wat er wel kan, wat er wel is. Een les waar ik me graag aan spiegel.
En ook ik ervaar dankbaarheid, voor het leven, voor mijn leven. En ook ik ben niet perfect en heb mijn beperkingen. Zoals onder andere ongeduld, aannames, oordelen en verwachtingen die vaak de oorzaak zijn van irritatie. En in het kader van openheid en eerlijkheid, vond ik het dus wel zo fair en reëel om ook deze kant van mij te laten zien. Want er zullen weinig mensen altijd aardig zijn. Ik in ieder geval niet.
De lichtheid die ik ervaar in mijn leven komt enerzijds doordat ik me minder druk maak om dingen maar ook door me niet druk te maken als ik me wel druk maak, door te accepteren dat ik niet perfect ben. Dus ja, soms ben ik onsympathiek, maar gelukkig vaak maar heel even 🙂