De man van de kluisjes staat naast me. Toen ik mijn koffer uit de kluis wilde halen, opende een verkeerde kluis. Ik vraag aan de man of hij de goede kluis kan openen waarop de man bevestigend knikt om het vervolgens niet te doen.
De man staart naar een apparaat in zijn hand en vraagt nogmaals hoe ik zo zeker weet dat mijn koffer in de kluis daarboven staat. Ik herhaal dat ik mijn koffer een paar uur eerder zelf in die kluis geschoven heb. De man kijkt me aan en zegt dat het systeem aangeeft dat die kluis al een dag eerder gesloten werd. Het is dus onmogelijk dat ik daar een paar uur eerder mijn koffer in heb kunnen zetten. “Maar meneer, ik weet toch echt wel of en waar ik vanmorgen mijn koffer in heb geschoven? Er zit een zwart koffer met rode laarsjes in dus als u de kluis en het koffer opent, ziet u meteen dat het klopt.”
De man kijkt nog een paar keer heen en weer van mij naar het apparaat en besluit dan eindelijk toch de kluis te openen. Helemaal blij en opgelucht steek ik mijn hand in de kluis maar als ik mijn koffer voor de helft uit de kluis heb getrokken, hoor ik achter me: “Ho, ho, dat gaat zomaar niet!” Nog voordat ik goed en wel besef wat er gebeurt, schuift de man hup, met ferme kracht mijn koffer zo weer terug de kluis in en sluit de deur. Wat?! Dit meen je niet?! Ik weet niet of ik moet lachen of huilen, is dit echt?
De goede man staart wederom naar zijn apparaat en prevelt nogmaals dat mijn verhaal niet kan kloppen. “Maar meneer, u heeft toch gezien dat het een zwart koffer was!? Ik weet ook dat er rode laarsjes inzitten dus als u mij het koffer laat openmaken dan…” Enigszins wanhopig kijk ik naar mijn vriendin en naar de collega van de man die even verderop staat. Een zenuwachtig lachje maakt zich van mij meester, het lijkt wel die reclame van de paarse krokodil.
Gelukkig komt een collega te hulp. Hij vraagt wat er aan de hand is en beiden doen we ons verhaal. “Dat maakt toch helemaal niks uit wanneer de kluis gesloten is, haal dat koffer eruit en probleem opgelost”. De goede man sputtert nog even tegen maar lijkt niet op te kunnen tegen deze reactie van zijn collega. Verbaasd kijk ik van de één naar de ander. Ik vraag of ze nog bewijs willen dat het echt mijn koffer is. “Nee hoor mevrouw, een fijne dag verder.’
Normen, waarden, regels, procedures. De één lijkt het klakkeloos te volgen, de ander weer net niet. Durven we kritisch te kijken naar waarom we de dingen doen zoals we ze doen? Heb jij een eigen standaard of laat je de aangeleerde en opgelegde standaard dé norm zijn waar je in meegaat of je tegen verzet?
Leik om te lezen en zeker voor mij heel herkenbaar, aangezien ik werkzaam ben in de ambtenarij!
Dagelijks maak ik collega’s mee die handelen en denken vanuit hun zelf gecreëerde ‘ivoren toren’.
De eerste jaren bij de gemeente heb ik mij hier hevig tegen verzet, maar ik leerde dat een nonchalante, vrolijke houding mij veel verder bracht t.o.v. deze mensen. Regelmatig krijg ik complimenten van collega’s die het bewonderen hoe het mij lukt om (overbodige) regels te omzeilen. Ik denk daarom ook dat een open houding op de lange termijn veel meer brengt…
Mooi wat je schrijft Remy: dat een open houding je op de lange termijn veel meer brengt, dat herken ik wel.