‘Fijn hè, zo lekker rustig’ zijn de eerste woorden die ik zeg tegen de moeder van mijn vriendin. Het zouden prima woorden zijn, in een andere context. De moeder van mijn vriendin zit met haar schrijfarm in een grote blauwe doek. Ze heeft net een schouderoperatie ondergaan waardoor ze tijdelijk bij haar dochter woont omdat ze zichzelf even niet kan verzorgen. Het smeren van een boterham lukt nog niet dus laat staan douchen en aankleden. Helemaal niet de eerste dagen toen de pijn overheerste. Het is dus maar de vraag of ze het zo fijn vindt. Daar komt bovenop dat haar man enkele maanden geleden is overleden. Dit kan mijn opmerking dubbel pijnlijk maken.
Ik betrap mezelf er vaker op, dat mijn woorden er anders uitkomen dan ik bedoel. Dan heb ik al iets gezegd voordat ik het in de gaten heb. Zo kan ik me herinneren dat de vader van deze zelfde vriendin chemo kreeg en we het erover hadden dat er niet veel haren konden uitvallen omdat hij al grotendeels kaal was. Hierdoor zou dat eventuele gevolg van de chemo minder zichtbaar zijn. Mijn reactie hierop: ‘Maar de wenkbrauwen kunnen ook uitvallen’…
Vroeger zou ik hier wakker van liggen, over blijven malen. Wat was ik weer onhandig, wat had ik nu toch weer gezegd, wat moest die ander wel niet denken. Hoe stom kon ik zijn! Los van het feit dat deze uitspraken mijn eigenwaarde geen goed deden, zorgde het ervoor dat ik mijn mond hield, minder spontaan werd en me liever op de achtergrond opstelde. Als ik niet wist hoe iets te zeggen, dan kon ik beter mijn hond houden. Daar werd ik niet gelukkiger van.
In de weg naar acceptatie van mijzelf heb ik besloten mijn remmingen te laten voor wat het was. Waarom zou ik niet ‘onhandig’ in mijn uitspraken mogen zijn? (En letterlijk onhandig ben ik ook; zet geen glas wijn op pootjes bij me neer want het gaat een keer om.) Oftewel onhandigheid hoort bij me, daar kun je me aan herkennen ;-). Sinds ik er geen halszaak meer van maak, merk ik dat een onhandige uitspraak ook lucht kan geven aan een gesprek of situatie. Zo keken mijn vriendin en ik elkaar verbaasd aan na mijn uitspraak over de wenkbrauwen. De informatie klopte maar het was overduidelijk dat dit niet de meest helpende uitspraak was. We schoten onbedaarlijk in de lach.
In plaats van me in te houden, geef ik mezelf steeds meer de ruimte om te doen wat het dichtste bij mijn natuur staat: zeggen wat er in me omgaat. Hierdoor reageer ik ook steeds vaker op mijn eigen uitspraken: ‘Nou ja, eh niet fijn natuurlijk zo’n operatie maar wel dat u hier bij uw dochter terecht kunt en het zo’n lekker weer is’ (Mijn vriendin heeft namelijk een prachtige grote rustige tuin waar je heerlijk kunt genieten van het mooie weer.) Waarschijnlijk worden het zelfs de anekdotes bij mijn doodskist: weet je nog… typisch Mirtel, ze bedoelde het goed maar … En dan lacht iedereen om de herkenning. Inderdaad, die Mirtel, die kon toch soms wat zeggen!
Welke typische eigenschappen, waar je in eerste instantie misschien niet zo blij mee bent, kenmerken jou? Mogen die er zijn?
Yep, héél herkenbaar, heb er ook veel last van! 😉